Weggaan en niet meer terugkomen

Dood, dat gaan we allemaal. Ruim acht maanden was dit de reden voor een schoolopdracht. De dood is onvermijdelijk, en er moet over gepraat worden. Dat is makkelijk om te zeggen. Zeker tegen mensen die niet bekend zijn met het grote verlies van een dierbare. Het wordt minder makkelijk als het je ineens overkomt. Als je afscheid moet nemen van iemand, waar je nog niet klaar voor was. Iemand die zo steady in je leven is. Een constante factor waarvan je je niet voor kan stellen om er ooit zonder te moeten. Bijna drie weken geleden nam ik afscheid van mijn opa, voor de laatste keer. Mijn oudste grootouder, die als enige over was gebleven.

Afscheid nemen doe je niet alleen van een persoon, van iemands aanwezigheid, maar ook van een plek. Een plek waar je zo’n groot deel van je leven bent geweest en een plekje in je hart.

Zijn dood, zes jaar na mijn andere opa, acht en vijf maanden na mijn oma’s, ontneemt me niet alleen mijn laatste grootouder. Het ontneemt me de kans om bij hem langs te gaan, het ontneemt me een stukje in mijn leven en het geeft, het geeft me pijn en verdriet en het geeft me tijd te over.
Wat doen mensen die niet ieder weekend bij hun opa en oma langs gaan? Die geen Kerst samen vieren, die ze geen gelukkig Nieuwjaar wensen, die geen Vader- of Moederdag bezoekje doen?

Het voelt gek, dat iemand weggaat en nooit meer terugkomt. Het idee dat je nooit meer even langs kan gaan, kan bellen of een praatje kan maken. Gek dat iemand slechts in je gedachten voortleeft. Wanneer iemand in je gedachten en in je hart blijft, is iemand nooit volledig weg. Dus als ik een keer op zoek ben, herinner me er dan aan dat ik ze alle vier in mijn hart vinden kan.

2 Comments

Leave a comment